Champignonteelt kan ook met minder veenverbruik
Geplaatst op 17 juni 2024
Champignons zijn niet meer weg te denken uit de Nederlandse, Italiaanse, Franse of Chinese keukens: ze zijn gezond, bevatten eiwitten en vitamines. Ze groeien razendsnel en hebben hoge opbrengsten, waardoor telers op een kleine ruimte een flinke hoeveelheid voedsel kunnen produceren. “Boeren telen champignons het hele jaar door in cellen bij een hoge luchtvochtigheid en milde temperaturen. De teelt is stabiel, maar wel gevoelig voor ziekteverwekkers,” zegt Jan van der Wolf, onderzoeker Bacteriologie. “Champignons groeien op compost, die is gemaakt van natuurlijke mest, stro en kalk. Telers bedekken de compost met dekaarde, die voornamelijk uit veen bestaat, een eeuwenlange verzameling van vergane plantenresten. Veen houdt vocht lang vast en stimuleert de vorming van vruchtlichamen. Maar het wordt gewonnen van velden in de Baltische staten, Zweden of Finland. Tijdens het transport komt veel CO2 vrij. Ook neemt de beschikbaarheid van veen steeds meer af.”
Binnen het Europese project BIOSCHAMP hebben de onderzoekers alternatieven ontwikkeld die nagenoeg dezelfde productie leveren als de dekaarde die volledig uit veen bestaat, en net zo goed bestand zijn tegen ziektes. De onderzoekers bouwden voort op onderzoek dat tussen 2016 en 2020 binnen WUR is uitgevoerd door PhD-student Tanvi Taparia onder leiding van Jan van der Wolf. “Het gaat om een dekaarde die voor minimaal de helft bestaat uit alternatieven voor veen,” zegt Van der Wolf. Hij legt uit dat hierdoor veel minder veen gewonnen hoeft te worden voor de nieuwe dekaardes. “Gras groeit bijna overal. En mos staat bekend om zijn vermogen om grote hoeveelheden water vast te houden. Tijdens het oogsten blijven voldoende mos-sporen achter. Hierdoor kan het mos binnen een paar decennia weer op het niveau zijn van voor de oogst, terwijl veen slechts 1 millimeter per jaar groeit. We blijven werken aan de ontwikkeling van alternatieven die veen kunnen vervangen.”
Lees meer
Bron: Wageningen U&R