Exclusief: Uitgewerkte NOW-regeling op een rij
Geplaatst op 02 april 2020
Wat zijn de voorwaarden voor subsidieverlening?
Als u verwacht gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 juli 2020 te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 20%, dan kan een subsidie worden verleend over de loonsom in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020.
Hoe hoog is het voorschot van de subsidie?
De hoogte van het voorschot is 80% van de uitkomst van: A x B x 3 x 1,3 x 0,9.
- A staat voor het percentage van de door de werkgever verwachte omzetdaling.
- B staat voor de totale loonsom betaald in (in principe) het eerste aangiftetijdvak van 2020; dat is dus doorgaans de loonsom voor de maand januari 2020. Let wel, het in aanmerking te nemen loon per werknemer mag niet meer bedragen dan €9.538,00 per maand. Loon boven het bedrag van € 9.538,00 per maand komt dus niet voor subsidie in aanmerking.
De subsidie over de maanden maart tot en met mei 2020 bedraagt per maand dus maximaal 100% (factor A bij volledig omzetverlies) van 90% (factor 0,9) van de loonsom over januari 2020 (factor B) vermenigvuldigd met 1,3.
Hoe wordt de omzetdaling (A) berekend?
De omzetdaling wordt berekend door het verschil tussen de referentie-omzet en de omzet over de meetperiode te delen door de referentie-omzet. Ofwel:
referentie-omzet - omzet over de meetperiode
referentie-omzet
Uitgangspunt is dat de referentie-omzet de omzet van januari 2019 tot en met december 2019 gedeeld door vier bedraagt (ofwel: de gemiddelde omzet over drie maanden). Bestond uw onderneming nog niet op 1 januari 2019, dan bedraagt de referentie-omzet de gerealiseerde omzet in de periode vanaf de eerste kalendermaand na de dag van aanvang van de bedrijfsuitoefening tot en met 29 februari 2020, omgerekend naar drie maanden.
U kunt als werkgever zelf een van onderstaande meetperioden kiezen:
- 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020; of
- 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020; of
- 1 mei 2020 tot en met 31 juli 2020.
Het gaat dus altijd om een aaneensluitende meetperiode van drie maanden. Bij het indienen van de subsidieaanvraag dient u een keuze voor de meetperiode te maken. Bij de definitieve afrekening kan de meetperiode niet meer worden aangepast.
Ongeacht de meetperiode die u kiest, geldt dat de subsidie wordt ontvangen voor de loonkosten in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020.
Maakt uw onderneming onderdeel uit van een groep, dan wordt uitgegaan van de omzetdaling van de groep zoals deze op 1 maart 2020 bestond.
Voorbeeld berekening omzetdaling
Een werkgever had een omzet in 2019 van gemiddeld € 100.000 per maand, ofwel € 1.200.000 over het gehele jaar. In dit voorbeeld kiest de werkgever voor 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 als periode waarover hij zijn omzetdaling berekend wil hebben. In deze periode is zijn omzet gemiddeld € 70.000 per maand, ofwel € 210.000 over de gehele periode. In dit geval is de omzetdaling:
(€ 1.200.000 / 4) - € 210.000 = 0,30 = 30%
(€ 1.200.000 / 4)
Hoe wordt de loonsom (B) voor het voorschot berekend?
De loonsom wordt voor de bevoorschotting gebaseerd op het loon over het eerste aangiftetijdvak van het jaar 2020. Dit is voor de meeste werkgevers januari 2020. Is sprake van een aangiftetijdvak van vier weken, dan wordt de loonsom in dat aangiftetijdvak verhoogd met 8,33 %. Als in de polisadministratie van het UWV over januari 2020 geen loongegevens beschikbaar zijn, dan gaat het UWV uit van november 2019. Zijn er ook geen gegevens beschikbaar over dit tijdvak, dan kan er geen subsidie worden toegekend.
Voorbeeld berekening voorschot
Een werkgever kiest voor 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 als de periode waarover hij zijn omzetdaling berekend wil hebben. De loonsom in januari 2020 bedroeg € 3.500.000,- en de verwachte omzetdaling bedraagt 25%. Dat leidt tot een verwachte vaststelling van de subsidie van (0,25 x € 3.500.000,- x 3 x 1,3 x 0,9) = € 3.071.250,- in totaal. Hiervan krijgt de werkgever een voorschot van 80%, ofwel € 2.457.000,-.
Hoe wordt de daadwerkelijke subsidie berekend?
Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom die is gebruikt bij de bevoorschotting vergeleken met de daadwerkelijk loonsom over de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. Is de daadwerkelijke loonsom lager, bijvoorbeeld doordat de lonen van de werknemers met een flexibele omvang niet zijn doorbetaald, of is de daadwerkelijke omzetdaling lager, dan zal de subsidie lager worden vastgesteld en vindt verrekening plaats. Een hogere loonsom in de maanden maart, april en mei 2020 leidt niet tot een hogere vaststelling van de subsidie.
Het berekenen van de hoogte van de daadwerkelijke subsidie bestaat uit twee stappen.
- De daadwerkelijke subsidie bedraagt in principe de uitkomst van: % van de werkelijke omzetdaling x loonsom (B) zoals berekend voor het voorschot x 3 x 1,3 x 0,9
- Is de daadwerkelijke loonsom lager dan de loonsom (B) zoals berekend voor het voorschot, dan dient de subsidie te worden verlaagd met de uitkomst van de volgende formule: ((loonsom (B) zoals berekend voor het voorschot x 3) - daadwerkelijke loonsom 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020) x 1,3 x 0,9
Voorbeeld berekening daadwerkelijke subsidie
Een werkgever kiest voor 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 als de periode waarover hij zijn omzetdaling berekend wil hebben. Bij de berekening van het voorschot wordt uitgegaan van een loonsom van € 1.000.000,- over januari 2020 en een verwachte omzetdaling van 50%. Dat leidt tot een verwachte vaststelling van de subsidie van (0,5 x € 1.000.000 x 3 x 1,3 x 0,9) = € 1.755.000,- in totaal. Hiervan krijgt de werkgever een voorschot van 80%, ofwel € 1.404.000,-.
De daadwerkelijk gerealiseerde omzetdaling is 50%. De uiteindelijke loonsom over de maanden maart, april en mei 2020 is €2.400.000 euro. Het verschil tussen de loonsom zoals deze is gebruikt voor het voorschot en de uiteindelijke loonsom wordt als volgt verwerkt in de vaststelling.
Stap 1: Het eerste deel van de subsidie wordt vastgesteld zoals verwacht, € 1.755.000,- in totaal (0,5 x € 1.000.000,- x 3 x 1,3 x 0,9).
Stap 2: Aangezien de loonsom met in totaal € 600.000 is gedaald, dient het bedrag van de subsidie te worden verminderd. Deze vermindering is: ((€ 1.000.000 x 3) - € 2.400.000) x 1,3 x 0,9 = € 702.000,-.
De subsidie wordt dus vastgesteld op € 1.755.000 - € 702.000 = € 1.053.000. Aangezien reeds een voorschot van € 1.404.000 is betaald, wordt een bedrag van € 351.000 teruggevorderd (€ 1.404.000 - € 1.053.000).
Mogen werknemers worden ontslagen?
U mag van 18 maart tot en met 31 mei 2020 geen ontslag bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen aanvragen. Doet u dit toch, dan heeft dit gevolgen voor de hoogte van de subsidie. Op de totale loonsom waarop de hoogte van de subsidie wordt gebaseerd, wordt in dat geval namelijk het loon van de ontslagen werknemers plus een verhoging van 50% van het loon van de ontslagen werknemer in mindering gebracht.
Deze correctie wordt toegepast bij alle ontslagaanvragen die u in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 indient, ongeacht of de aanvraag wordt toegewezen of afgewezen.
Deze correctie geldt niet voor ontslagaanvragen die zijn ingediend vóór 18 maart 2020. Heeft u al een ontslagaanvraag ingediend in de periode vanaf 18 maart 2020, dan kunt u deze binnen vijf werkdagen na inwerkingtreding van deze regeling intrekken!
Beëindiging op andere gronden dan wegens bedrijfseconomische redenen is dus nog steeds mogelijk.
Welke verplichtingen heeft u?
In de NOW-regeling zijn verschillende verplichtingen opgenomen waaraan u zich als werkgever dient te houden, waaronder:
- Een inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Hiermee wordt bedoeld dat u zich moet inspannen werkgelegenheid te behouden door de dienstverbanden van de werknemers voort te zetten en de lonen door te betalen.
- De verplichting om de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de betaling van de loonkosten.
- De verplichting om de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan de werknemers te informeren over de subsidieverlening.
- Het voeren van een controleerbare administratie, zodat achteraf kan worden gecontroleerd of de subsidie terecht is verleend.
- De verplichting om loonaangifte te doen op de wettelijk voorgeschreven momenten.
- De verplichting om onverwijld melding te doen van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie.
- De verplichting om na afloop van de periode waarover subsidie is verleend een definitieve opgave van de omzetdaling met daarbij een accountantsverklaring van een accountant, als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep, te verstrekken.
- Ontvangt u loonkostensubsidie van de gemeente, dan dient u bij de gemeente een melding te doen van de NOW-toekenning.
Worden ook aanvullende lasten en kosten gecompenseerd?
Ja, ook aanvullende lasten en kosten, zoals onder andere werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag, worden gecompenseerd. Vanwege de uitvoerbaarheid door het UWV is ervoor gekozen een forfaitaire opslag in de berekening van de subsidie mee te nemen van 30% voor werkgeverslasten in plaats van het in aanmerking nemen van de precieze werkgeverslasten in individuele situaties.
Wat als u meerdere loonheffingsnummers heeft?
Per loonheffingsnummer wordt een subsidie verleend. Heeft u meerdere loonheffingsnummers, dan betekent dit dat u per loonheffingsnummer een aanvraag moet indienen, als u voor uw hele loonsom subsidie wil aanvragen. Wel moet u de omzetdaling opgeven die u verwacht voor de gehele onderneming. U vult dus bij elke aanvraag dezelfde omzetdaling en dezelfde referentieperiode in.
Kunt u ook voor de periode na 1 juni 2020 subsidie krijgen?
De mogelijkheid om deze noodmaatregel met drie maanden te verlengen wordt opengehouden. Of de regeling daadwerkelijk wordt verlengd, zal voor 1 juni 2020 door het kabinet worden besloten.
Binnen welke termijn krijgt u een beslissing van het UWV over het voorschot?
Er geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, maar het UWV streeft ernaar om het voorschot binnen 2 ŕ 4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag te realiseren. De verstrekking van het voorschot vindt plaats in drie termijnen.
Voorschot gekregen en wat dan?
Binnen 24 weken na afloop van de periode waarin de omzetdaling heeft plaatsgevonden, dient u om vaststelling van de subsidie te verzoeken via het daarvoor ontworpen formulier. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag wordt de definitieve subsidie vastgesteld.
U heeft al werktijdverkorting gekregen, wat nu?
Maakt u al gebruik van de regeling voor werktijdverkorting, dan kunt u deze aanvraag niet verlengen. Wel kunt u gewoon een aanvraag voor een subsidie in het kader van de NOW doen. Als daarbij samenloop optreedt tussen de NOW-subsidie en de betaling van WW-gelden in het kader van de WTV-regeling, wordt deze laatste betaling voor de subsidievaststelling in mindering gebracht op de loonsom over maart tot en met mei. Zo wordt dubbele financiering voorkomen.
Wilt u meer weten over het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)?
Of heeft u andere vragen over het coronavirus in relatie tot uw onderneming en uw personeel? Neem dan gerust contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van RWV Advocaten of leg uw vraag voor aan onze specialisten van de Coronavirus Helpdesk.
Bron: RWV
Meer nieuws